Op 24 december 2004 werd Hamid Karzai beëdigd als president van Afghanistan nadat hij eind 2001 al was benoemd tijdens het Akkoord van Bonn tot interim president.
In januari 2004 werd er een nieuwe Grondwet goedgekeurd door de Loya Jirga, een samenkomst van invloedrijke Afghanen, die uit 502 leden bestaat. Er werd onder meer een presidentieel systeem met twee vicepresidenten ingesteld.
Eind 2005 werden er in Afghanistan de eerste parlementsverkiezingen sinds de jaren zestig gehouden.
Kandidaten mochten alleen op persoonlijke titel meedoen en niet als lid van een politieke partij.
Zo wilde president Hamid Karzai bewerkstelligen dat stamverbanden en andere eventuele verbintenissen te veel nadruk zouden krijgen bij de verkiezingen.
Dit had tot gevolg dat veel kiezers hun stem uitbrachten op hun traditionele leiders.
Dit kan weer tot het gevolg hebben geleid dat het parlement nu voor een groot deel bestaat uit krijgsheren, voormalige mudjahedien-strijders, oud-communisten en leden van het bewind van de Taliban dat eind 2001 werd afgezet.
Deskundigen melden dat er veel corruptie heerst in de Afghaanse politiek. De corruptie vindt plaats van het hoogste tot het laagste niveau, van parlementariërs tot de plaatselijke politie.
Tegen onder meer dit soort achtergronden tekent de politieke situatie zioch momenteel in Afghanistan af, terwijl er een bloedige opstand heerst van de Taliban tegen de regering in Kabul en de aanwezigheid van buitenlandse militairen in het land.
Deskundigen noemen de politieke situatie in het land erg gecompliceerd. Er zijn niet alleen politieke partijen actief, maar er zijn ook allerlei stamverbanden aanwezig waarmee rekening moet worden gehouden.
(Wordt vervolgd)
